Denk daar maar over na
Sebbe Poll
28 maart 2025
‘Ik ga iets zeggen dat het allemaal een beetje gaat veranderen voor je.’ Mijn collega Jerry kijkt me glunderend aan vanaf de bijrijdersstoel. ‘Denk je dat je er klaar voor bent?’ Alsof hij zijn hand naar me uitstrekt vanuit een andere dimensie.
Vijf minuten eerder. Ik trek mijn handschoenen van het dashboard en stap uit de auto. Voor het eerst in weken schijnt de zon, waardoor de Prinsengracht goud glinstert. Het is zondagochtend, de dag is nog niet losgebarsten. Ik kan wel wennen aan deze nieuwe baan, denk ik. In de auto rapt Jerry hakkelend mee met Jurassic 5.
Vanaf de portiek zwiep ik de vuilniszakken in de bak achterop de auto. Ik kan bij het aannemen van de zak al voelen hoe het gewicht verdeeld is en hoe dat de baan van mijn worp zal beïnvloeden. Ik raak bijna nooit meer iemand. Als bewoners klagen over dat het vuilnis niet wordt opgehaald, dien ik hen fel van repliek. Ik geef net als mijn collega’s gretig af op weggebruikers.
Ik ben een echte vuilnisman geworden.
Maar tegen vrienden uit het theater zeg ik er altijd gehaast bij dat het voor een onderzoek is. Dat ik nog steeds schrijf. Al is het voorlopig slechts een dagboek, ik ben nog steeds schrijver. Toch?
Onder vrienden uit het theater betekent ‘Hoe gaat het?’ vaak ‘Hoe gaat het met je werk?’ Of specifieker: ‘Heb je werk?’ Het is niet zozeer het informeren naar de ander, als wel het bepalen van de eigen relatieve positie in het werkveld.
Op het stuur liggen mijn handen. De huid rondom mijn nagels is gescheurd, mijn vingers dragen de sporen van arbeid en kou. Het zijn geen sporen van typen op een toetsenbord. Het zijn de handen van een vuilnisman, niet van een schrijver. Hoe gaat het eigenlijk met mij?
Als ik aan Jerry vraag hoe het gaat, zegt hij: ‘Mijn lichaam is verkouden.’ Zijn lichaam is 45 jaar geleden geboren in Suriname, maar eigenlijk bestaat tijd niet. ‘Morgen is het ook vandaag.’ Jerry is niet bang voor de dood. ‘Als ik overga, wil ik dat iedereen lacht. Niemand verdwijnt. Wist je dat Jurassic 5 eigenlijk een groep dode rappers in vermomming is? Tupac is niet dood.’
Morgen is het ook vandaag? Natuurlijk. Tupac is niet dood. Ja, ja. Ik word moe van de platitudes en onwaarschijnlijkheden van Jerry. Voorzichtig vraag ik Jerry of hij het goed vindt om het daarbij te laten, want het leidt me af. Ik vind het belangrijk dat het werk goed uitgevoerd wordt. Als ik een vuilnisman ben, wil ik een goede vuilnisman zijn.
‘Ik ga iets zeggen dat het allemaal een beetje gaat veranderen voor je.’ Hij kijkt me glunderend aan.
‘De schilder is niet het schilderij.’
Jerry simuleert met zijn handen een explosie in zijn hersenpan.
‘Denk daar maar over na.’
Vijf minuten eerder. Ik trek mijn handschoenen van het dashboard en stap uit de auto. Voor het eerst in weken schijnt de zon, waardoor de Prinsengracht goud glinstert. Het is zondagochtend, de dag is nog niet losgebarsten. Ik kan wel wennen aan deze nieuwe baan, denk ik. In de auto rapt Jerry hakkelend mee met Jurassic 5.
Vanaf de portiek zwiep ik de vuilniszakken in de bak achterop de auto. Ik kan bij het aannemen van de zak al voelen hoe het gewicht verdeeld is en hoe dat de baan van mijn worp zal beïnvloeden. Ik raak bijna nooit meer iemand. Als bewoners klagen over dat het vuilnis niet wordt opgehaald, dien ik hen fel van repliek. Ik geef net als mijn collega’s gretig af op weggebruikers.
Ik ben een echte vuilnisman geworden.
Maar tegen vrienden uit het theater zeg ik er altijd gehaast bij dat het voor een onderzoek is. Dat ik nog steeds schrijf. Al is het voorlopig slechts een dagboek, ik ben nog steeds schrijver. Toch?
Onder vrienden uit het theater betekent ‘Hoe gaat het?’ vaak ‘Hoe gaat het met je werk?’ Of specifieker: ‘Heb je werk?’ Het is niet zozeer het informeren naar de ander, als wel het bepalen van de eigen relatieve positie in het werkveld.
Op het stuur liggen mijn handen. De huid rondom mijn nagels is gescheurd, mijn vingers dragen de sporen van arbeid en kou. Het zijn geen sporen van typen op een toetsenbord. Het zijn de handen van een vuilnisman, niet van een schrijver. Hoe gaat het eigenlijk met mij?
Als ik aan Jerry vraag hoe het gaat, zegt hij: ‘Mijn lichaam is verkouden.’ Zijn lichaam is 45 jaar geleden geboren in Suriname, maar eigenlijk bestaat tijd niet. ‘Morgen is het ook vandaag.’ Jerry is niet bang voor de dood. ‘Als ik overga, wil ik dat iedereen lacht. Niemand verdwijnt. Wist je dat Jurassic 5 eigenlijk een groep dode rappers in vermomming is? Tupac is niet dood.’
Morgen is het ook vandaag? Natuurlijk. Tupac is niet dood. Ja, ja. Ik word moe van de platitudes en onwaarschijnlijkheden van Jerry. Voorzichtig vraag ik Jerry of hij het goed vindt om het daarbij te laten, want het leidt me af. Ik vind het belangrijk dat het werk goed uitgevoerd wordt. Als ik een vuilnisman ben, wil ik een goede vuilnisman zijn.
‘Ik ga iets zeggen dat het allemaal een beetje gaat veranderen voor je.’ Hij kijkt me glunderend aan.
‘De schilder is niet het schilderij.’
Jerry simuleert met zijn handen een explosie in zijn hersenpan.
‘Denk daar maar over na.’

Sebbe Poll
Sebbe studeerde in ’23 af van Writing for Performance (HKU) en schreef onder meer voor Parels voor de Zwijnen over de wooncrisis. Hij schreef de voorstelling Werkt Mees Vanavond? op het Café Theater Festival en werkt aan een vervolg. Momenteel reist hij zijn afval achterna voor een groot onderzoek naar de wereld na de prullenbak.
Foto: Sanne Couprie
Foto: Sanne Couprie
Meer over Sebbe Poll?
Kijk op:
https://likeminds.nl/makers/sebbe-poll/